De Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft vandaag bepaald dat een werkgever privécommunicatie van medewerkers mag inzien, enkel als de medewerkers hiervan tevoren een melding over hebben gekregen. Tien jaar geleden startte een Roemeense werknemer een procedure omdat hij vond dat zijn privacy werd geschonden. Zijn werkgever had hem namelijk ontslagen nadat hij erachter kwam dat de medewerker privégesprekken voerde via Yahoo Messenger tijdens werktijd. Het Europees Hof oordeelde eerder dat het recht op respect voor privé- en familieleven – zoals neergelegd in artikel 8 EVRM – niet geschonden was, omdat het redelijk zou zijn dat de werkgever privécommunicatie bekeek in de context van een onderzoek naar tijdverspilling op het werk. Echter, de Grote Kamer oordeelde vandaag dat de privacy van de medewerker wel geschonden was, omdat de medewerker geen bericht heeft gekregen over het feit dat de werkgever de privécommunicatie van de medewerker in de gaten hield. Met andere woorden: de privacy van de medewerker is gewaarborgd als de medewerker van tevoren een melding ontvangt dat zijn privécommunicatie wordt gemonitord.